In 2024 bestaat Scheer & Foppen Installatietechniek 60 jaar. Dat is een mijlpaal om bij stil te staan. In het kader van dit 60-jarig bestaan blikken we met een aantal collega’s terug op hun - soms behoorlijk lange – carrière bij ons mooie bedrijf. We stelden ze 6 vragen over 60 jaar SFI, 6 over 60. Wat hebben ze meegemaakt, wat hebben ze geleerd, wat is hen bijgebleven en waar zijn ze trots op? In 6 over 60 lees je de antwoorden op deze vragen. In deze laatste blog van de serie: Martin Broos die met zijn kritische blik zijn ideale plek in de werkplaats heeft gevonden.
Martin Broos werkt al 25 jaar bij SFI. Daarvoor werkte 12 jaar ergens anders als bankwerker/lasser/apparatenbouwer. Broos nam dus de nodige kennis en ervaring met zich mee.
Broos: “Op mijn eerste dag ging ik naar Jan Maters, die was toen chef van de werkplaats, en die zette mij aan het werk. Ik weet nog goed dat er een verdeler voor een stookruimte stond. Daar was iemand anders aan begonnen en die moest ik afmaken. Vooraf werd mij verteld ‘jij gaat dikwandig in’ (dikte van het staal van de leidingen, red.). Ik dacht toen nog ‘dat wordt wat...’. Maar ik was bronswerk gewend, daar is dikwandig 60mm. Hier is dikwandig 3mm, dus al met al viel dat wel mee.”
“Ik ben in de werkplaats als monteur van afleversets en regelkamers voor de stadverwarming begonnen. Daarna heb ik even ‘buiten gezeten’ in het ombouwen van sets (afleversets van stadsverwarming, red.) bij mensen thuis. We haalden toen de boiler eruit en plaatsten vervolgens een doorstroomset voor de stadsverwarming. Toen ben ik weer de werkplaats in gegaan in een sturende rol, dat heb ik heel lang gedaan.
De afgelopen drie jaar heb ik weer een rol buiten gehad, waar ik bijvoorbeeld regelkamers voor de stadsverwarming ging inmeten, die werden dan door mij of collega’s in de werkplaats gebouwd en ik plaatste ze dan weer op locatie. Maar deze laatste functie was niets voor mij. Werken op locatie, op de bouw, vind ik niet leuk. Dan wil je daar zo kort mogelijk zijn en dat is best lastig als je een perfectionist bent, zoals ik. Want ik wil wel dat alles goed voor elkaar is natuurlijk”, zegt Broos.
Inmiddels heeft hij zijn aansturende rol in de werkplaats weer terug. Een perfecte positie voor iemand met zo’n kritische blik. Want Broos zorgt er wel voor dat alles in de werkplaats perfect wordt gemaakt en levert dus kwaliteit. Zodat alles precies past voor de collega’s die op een klus alles moeten monteren. De juiste man op de juiste plek.
Broos: “Het is een organisatie met korte lijntjes. Als je iets dwarszit, dan kan je naar diegene toe en kan je erover praten. Dat vind ik heel fijn. En sommige dingen krijg je voor elkaar, sommige dingen niet. Dat is nou eenmaal zo, maar er is in ieder geval ruimte voor. Verder is de sfeer heel goed. Het familiaire van vroeger is er wat vanaf, maar als collega’s onderling hebben we een heel goed contact. De collegiale sfeer is heel goed. Ik heb nog steeds contact met oud collega’s die hier nu niet meer werken, maar daar ga ik af en toe nog wel mee uit eten.”
“We zijn heel veel bijzondere uitdagingen tegengekomen. Maar ik ben ook al zo’n beetje 20 jaar actief in de personeelsvereniging en het is wel leuk om te vertellen dat het daar onze uitdaging is om leuke activiteiten voor onze collega’s te verzinnen, te plannen en te organiseren. En er voor te zorgen dat daar dan ook nog een goede opkomst voor is. We zijn allemaal in onze privésfeer een stuk drukker dan vroeger, er is altijd wel iets en dan moet je als personeelsvereniging iets moois bieden, zodat men er tijd en ruimte voor maakt. We ervaren dat het in ieder geval belangrijk is dat er goed gegeten kan worden’, lacht Broos.
Broos: “Dat was nog in de tijd dat we ook nog winkels hadden. Toen hebben we eens een heel groot feest in het Dolfinarium in Harderwijk georganiseerd. Met optredens van artiesten en zo. De installatietak en de winkels hadden toen allebei een eigen personeelsvereniging en dit soort grote evenementen, en het Sinterklaasfeest, organiseerden we dan samen. Het was echt geweldig leuk. Wanneer collega’s een partner hebben, dan zijn die op dit soort evenementen er ook altijd bij.
Ik weet nog heel goed dat de artiest ‘Jannes’ optrad. Die keuze was niet zomaar gemaakt hoor. Beide personeelsverenigingen hadden een voorkeur voor een andere artiest, uiteindelijk werd het dus Jannes.”
“Dat komt door mijn collega Dirk van den Berg. Zoals ik al vertelde ben ik best een perfectionist, doe de dingen graag goed en dan wil ik dingen vaak op een bepaalde manier doen, omdat ik denk dat dat goed is. Dirk zei dan wel eens “Er zijn meer wegen die naar Rome leiden”. Met andere woorden, je komt er ook wel op een andere manier, maar dan is het net even anders. Ik ben me er daardoor van bewust dat ik me niet altijd strak moet vasthouden aan eigen ideeën, maar ook moet kunnen meeveren met anderen en dat je dan ook een uitstekend resultaat kunt boeken.”
