6 over 60 – ‘Samen Beter’ Hennie Ponsteen-Foppen

In 2024 bestaat Scheer & Foppen Installatietechniek 60 jaar. Dat is een mijlpaal om bij stil te staan. In het kader van dit 60-jarig bestaan blikken we met een aantal collega’s terug op hun - soms behoorlijk lange – carrière bij ons mooie bedrijf. We stelden ze 6 vragen over 60 jaar SFI, 6 over 60. Wat hebben ze meegemaakt, wat hebben ze geleerd, wat is hen bijgebleven en waar zijn ze trots op? In 6 over 60 lees je de antwoorden op deze vragen. Deze keer een duik in de geschiedenis met een trotse Hennie Ponsteen-Foppen, één van de vier aandeelhouders en dochter van oprichter Aart Foppen. 

Hennie is na haar studie in de tak van de winkels van SFI gaan werken. Toen zij erachter kwam dat ze nog een veel bredere interesse had, is ze voor de vastgoedtak gaan werken, heeft ze doorgestudeerd en is ze vervolgens in de holding gaan werken. Omdat ze een sterke affiniteit heeft met techniek zit dat in haar portefeuille. In die hoedanigheid was ze natuurlijk nauw betrokken bij de tak Installatietechniek en heeft ze ook veel contact gehad met de directeuren toen haar vader wat meer afstand nam. “Dat zijn er best een aantal geweest, maar nu doet Richard van den Berg dat al heel lang.”, aldus Hennie. We halen samen met Hennie een aantal mooie herinneringen op.

Afbeelding Hennie Ponsteen-Foppen

Wat zijn de eerste herinneringen die u heeft aan het bedrijf dat door uw vader is opgericht?

Hennie: “Mijn ouders waren net getrouwd toen mijn vader (Aart Foppen, red.) op 26-jarige leeftijd startte als ondernemer in installatiewerken aan de Couperuslaan in Harderwijk. Hij werkte destijds óók bij Installatiebedrijf van Henk Scheer en dat bedrijf heeft hij later overgenomen. Zo is de naam Scheer en Foppen Installatietechniek ontstaan.  

Naast het installatiewerk is mijn moeder toen op de zolder lampen gaan verkopen. Dat was complementair natuurlijk. Ze zijn toen wel verhuisd naar de Grote Poortstraat waar ze de eerste winkel konden runnen. En ondertussen kwam mijn vader bij klanten die vroegen “Hé Foppen kan je ook een televisie leveren?” of er werd gevraagd naar een muziekinstallatie of een koelkast. Zo werd het productaanbod in de winkel uitgebreid. Mijn vader bracht dan de tv’s weg en installeerde die ook. Later zijn zo ook de winkels ontstaan.

Van de Grote Poortstraat verhuisden we met de winkel naar de Donkerstraat, waar nu de Blokker zit, en daar gingen wij met het gezin ook wonen. Boven en achter de zaak. Mijn eerste actieve herinneringen zijn van die tijd. We waren altijd in de zaak te vinden. Mijn moeder deed de administratie en de verkoop in de winkel van met name lampen, de hele familie kwam helpen als er een grotere klus moest gebeuren en op vrijdagavond kookte mijn moeder voor alle collega’s en at iedereen bij ons in de keuken. Ja, dat ging toentertijd zo.” 

Hoe heeft u de groei en ontwikkeling van het bedrijf destijds ervaren?

“Vroeger gingen wij als gezin nooit op vakantie naar het buitenland. We bleven in Nederland, in de omgeving van de Veluwe omdat vroeger de aanbestedingen wat anders gingen dan vandaag de dag. Je schreef je in op een werk en moest er persoonlijk naartoe, dus ook vanuit ons vakantieadres. Het bedrag waarvoor je het werk wilde uitvoeren deed je in een envelopje. Alle enveloppen werden dan opengemaakt en dan wist je op dat moment of je het werk wel of niet kreeg. Uiteindelijk was dat natuurlijk wel het werk dat we nodig hadden. Dat was altijd heel spannend weet ik nog wel.

Het bedrijf stond vroeger dus wel altijd centraal. Mijn vader was veel aan het werk en was daarnaast ook op veel fronten maatschappelijk betrokken in Harderwijk. Hij was bijvoorbeeld betrokken bij de Botterstichting, de Molenstichting, de Visafslag en hij was voorzitter van de winkeliersvereniging in Harderwijk. Dit vond hij allemaal ontzettend leuk om te doen en zo was hij natuurlijk onderdeel van een groot netwerk van allerlei mensen, organisaties en ondernemers in de regio.

Het bedrijf begon met E, elektrotechniek. Later kwam daar de W bij, werktuigbouwkunde. En daarop volgde ook Service, want als je installeert moet daar ook onderhoud op plaatsvinden. Zo werd het een compleet installatiebedrijf.”, vertelt Hennie.

Wat zijn volgens u een aantal belangrijke momenten of mijlpalen in de geschiedenis van het bedrijf?

Hennie: “Toen het bedrijf groter werd verhuisde het naar de Industrieweg 18. Daar had je een loods voor alle materialen die nodig waren, een werkplaats en een kantoor. Dat was inmiddels nodig en in de Donkerstraat was daarvoor geen mogelijkheid omdat er ruimtegebrek ontstond.  Aan de Industrieweg was meer ruimte om te groeien. Het grappige was dat je op deze locatie aan de ene kant het installatiewerk had en aan de andere kant de paarden”, lacht Hennie. “Een gekke combinatie, maar mijn vader hield enorm van paarden. Een deel van het magazijn was dan ook een stal voor twee paarden. We hadden ook een koets en dan gingen we met de paarden ervoor wel eens een rit maken over het industrieterrein of over de Veluwe.

Een ander belangrijk moment was het winnen van een aanbesteding van het ministerie van Defensie. Dat ging niet zomaar. In eerste instantie gaf Defensie aan dat mijn vader veel te klein was om aan een inschrijving mee te doen. Mijn vader antwoordde daarop dat als zij hem niet de mogelijkheid zouden geven om in te schrijven, hij ook nooit zou kunnen groeien. Hij vroeg hen daarbij om hem het vertrouwen te geven. Dat vertrouwen én de opdracht heeft hij toen ook gekregen en dat was een mijlpaal, want vanaf toen kon hij zich inschrijven op grotere werken. Defensie was een hele goede referentie.

Nóg een mijlpaal is het winnen van opdrachten voor Nuon (nu Vattenfall, red.). Daarmee is de markt van Stadsverwarming ook een belangrijke pijler voor het bedrijf geworden. Hieruit is ook zusterorganisatie Que-tech ontstaan, leverancier van warmte afleversets, warmteoverdrachtstations en skids voor stadsverwarming.” 

Hoe ziet u de toekomst van het bedrijf, nu het 60 jaar bestaat?

“Je weet natuurlijk nooit wat er morgen gebeurt, maar het belangrijkste is de continuïteit van het bedrijf en de banen van de medewerkers. Nu gaat het natuurlijk heel goed en is de arbeidsmarkt heel krap waardoor het een uitdaging is om nieuwe collega’s te vinden, maar in het verleden hebben we ook andere tijden gekend. In die periode hebben we nooit mensen hoeven ontslaan, onze mensen staan op 1. We willen een goede werkgever zijn.”, zegt Hennie.

Wat vindt u het meest waardevolle aspect van het bedrijf en de bedrijfscultuur?

Hennie: “SFI is een prachtig bedrijf waar betrokken mensen werken met passie voor het vak. Soms zelfs van vader op zoon. Als je ziet wat zij allemaal maken, dat is geweldig. Ze zijn innovatief, denken zelf na over hoe dingen beter kunnen en krijgen ook de ruimte om dat toe te passen. En ondanks de veranderingen die er de afgelopen jaren zijn geweest, zijn zij ook gewoon bij ons blijven werken. Er zijn veel mensen die al heel lang in dienst, heel betrokken en superloyaal zijn.

Wat betekent het voor u persoonlijk dat het bedrijf al 60 jaar succesvol is?

Hennie: “Als ik zo terugblik op de geschiedenis van het bedrijf en we hebben het over vroeger, dan mis ik mijn vader en heb ik tegelijkertijd een heel trots gevoel. Als je ziet wat er voor een fantastisch bedrijf aan de Bellstraat staat, na de start van mijn vader samen met mijn moeder op de zolderkamer aan de Couperuslaan zestig jaar geleden, dan vind ik dat heel knap. En dat is allemaal dankzij alle mensen in het bedrijf. Het is samen gedaan. Mijn vader zei vroeger wel eens “Samen Beter”. En dat klopt, dat is ook SFI en zit ook in mijn DNA. Samen richten wij ons op de toekomst.”