In 2024 bestaat Scheer & Foppen Installatietechniek 60 jaar. Dat is een mijlpaal om bij stil te staan. In het kader van dit 60-jarig bestaan blikken we met een aantal collega’s terug op hun - soms behoorlijk lange – carrière bij ons mooie bedrijf. We stelden ze 6 vragen over 60 jaar SFI, 6 over 60. Wat hebben ze meegemaakt, wat hebben ze geleerd, wat is hen bijgebleven en waar zijn ze trots op? In 6 over 60 lees je de antwoorden op deze vragen. Deze keer: Aart Kramer, in dienst sinds februari 1978.
“Ik werkte destijds bij Rodegro, ook een installatiebedrijf, en dat werd overgenomen door SFI. Bij Rodegro ben ik begonnen als leerling monteur en ik denk dat we na een jaar of 3 of 4 zijn overgenomen door Scheer & Foppen. De hele organisatie was toen nog wel een stuk kleiner. Er werden in die periode meer installatiebedrijven overgenomen door Scheer & Foppen, zoals Kuikhoven en Firma de Groot hier in Harderwijk. Later kwam Polen uit Ermelo erbij en ook bijvoorbeeld Smienk uit Putten. Rodegro was één van de eersten.”
Op de vraag hoe het combineren van al die verschillende bedrijfsculturen verliep antwoord Kramer dat dit wel meeviel: “Het klopt dat er bedrijven met verschillende culturen werden overgenomen, maar in de praktijk bleven vooral de monteurs van Rodegro hangen en zochten monteurs van de andere overgenomen bedrijven vaak een andere baan. Dat was toentertijd helemaal niet zo’n probleem hoor, want er waren nog voldoende monteurs te krijgen. De LTS-klassen zaten vol, wel met 30 of 40 man.”
“De sfeer in de organisatie was destijds heel familiair. Dat zei meneer Foppen ook “wij zijn een familie”. En dat klopte ook. Als je wat had, problemen of vragen, we losten het samen op en alle deuren stonden altijd open. Wij stonden altijd voor elkaar klaar en we zeurden niet als er een keer een half uurtje doorgewerkt moest worden. Dat deden we gewoon, dat was heel normaal. En ook zaterdags werken was heel normaal in die tijd, zaterdag was het overwerk.”
“Ja, je vraagt dit een oudgediende. Ik kom uit een hele andere tijd. Destijds waren we veel meer één familie, je stond klaar voor elkaar. Oh, je kon ook best eens ‘over je huid krijgen’ van je hoofdmonteur, maar dan deed je het de volgende keer beter en dan was het klaar.
Ik merk dat één van de grootste veranderingen de arbeidsmentaliteit is. Die is nu heel anders. Ik zie dat er nu veel meer individualistisch wordt gewerkt en veel minder als een team. Mensen denken vandaag de dag veel meer aan zichzelf. Als het kwart over vier is, dan rijdt men naar huis, of het werk klaar is of niet. Men kiest veel meer voor zichzelf. Dat is wel anders dan vroeger, dan maakten we eerst de klus af en gingen dan pas naar huis.
Een andere verandering is de digitalisering. Vroeger deden we alles natuurlijk op papier. Nu is alles geautomatiseerd en gedigitaliseerd. Dat is een vooruitgang. Het is veel makkelijker om alles goed bij te houden dan vroeger. En gelukkig maar, want als je alles wat je nu moet bijhouden – door nieuwe wetgeving – vroeger moest bijhouden, dan was je meer met papierwerk bezig dan met monteren.”
“Jaaa, dan denk ik meteen aan het 25-jarig bestaan. We zijn toen met z’n allen, wij als installatietechniek en alle medewerkers van alle winkels, naar de Bonte Wever in Assen gegaan. Ik denk bij elkaar wel met 600 man, of 700. Iedereen werd thuis opgehaald, door het hele land. Wij verzamelden ons in Harderwijk en toen reden er 13 bussen naar Assen. We konden ons daar een dag lang vermaken. Je kon daar zwemmen, we gingen lekker eten en er was een grote show met artiesten ’s avonds. Dat was wel een feest ja.”
“Ik herinner me een traditie die er nu niet meer is. We hebben een hele fijne personeelsvereniging waar ik vroeger ook nog wel deel van uit heb gemaakt. Toen was het zo dat wij als personeelsvereniging een bedrag voor een activiteit inlegden en dan legde meneer Foppen de helft bij. Foppen die zat daar flink bovenop.
Kramer nu lachend: “dat wisten wij natuurlijk. En wat wij dan soms deden was facturen rechtstreeks bij meneer Foppen laten binnenkomen. Dan werden we bij hem geroepen en vroeg hij “wat is dit voor factuur?” Och, zeiden we dan, is die factuur hier binnengekomen? Wat stom, een vergissing. Nou, dan werd er nog even gepraat en aan het einde van het verhaal betaalde Foppen de factuur en hadden wij weer wat extra budget voor leuke dingen overgehouden.”
“Nou ga ik het verhaal van de stadsverwarming vertellen. Wij hadden een bedrijfsleider, meneer Roggeveen, die nooit ‘nee’ zei. We deden een installatieklus op het kantoor van Mesa (later Nuon en Vattenfall). Zij deden de stadverwarming van Almere. We kregen toen als Installatiebedrijf de vraag van Mesa of wij ook stadsverwarming deden. En Roggeveen, die nooit nee zei, zei uiteraard “natuurlijk”.
We hebben het toen allemaal uitgevonden en opgebouwd. En dat konden we ook doen dankzij het personeel in de werkplaats. Daar liepen bijvoorbeeld Michel Dirksen en Aart Franken, die waren pienter genoeg om dit allemaal op te pakken. Roggeveen zei overal ‘ja’ op en dan deden we het gewoon. Wij vonden dat niet vervelend, maar juist een leuke uitdaging. En meneer Foppen vond het prima, zolang het maar geld in het laadje bracht.”
“Samenwerking. En luisteren naar elkaar. Zowel een leerling monteur naar zijn meerdere als ook andersom. Je moet het met z’n allen doen. Of je nu binnen zit of buiten loopt… je moet het als groep doen. Als team. Dat werkt veel beter dan dingen in je eentje doen. Daar heb ik veel aan gehad.”